Toen ik de winkel binnenkwam, was het er nogal chaotisch. Geen nette rij, maar een groep mensen die kriskras voor de toonbank stond. Het leek wel of er geen duidelijke volgorde was. Ik voelde de warmte naar mijn gezicht stijgen toen er steeds meer mensen zich achter mij voegden.
Het moment van afwijzing
“Wie is de volgende?” vroeg de dame achter de toonbank. Ik keek wat rond, zonder te weten wie er nu aan de beurt was. Voordat ik het doorhad, stak de vrouw achter me haar hand op en baande zich een weg door de mensenmassa. Mijn blik ontmoette die van een oudere vrouw, die het hele tafereel had gezien. Ze keek me aan met een medelijdende blik, misschien zag ik zelfs dat ze me een beetje sneu vond. Ik haalde mijn schouders op en zei: “Ach, ik heb toch geen haast.” In mijn hoofd sneerde ik erachteraan: “In tegenstelling tot sommige andere asociale mensen.”
Het masker van onverschilligheid
Ik deed natuurlijk wel onverschillig, maar van binnen voelde dat niet zo. Hoewel ik het probeerde te verbergen, voelde ik me toch even niet op mijn gemak. Voor een fractie van een seconde voelde ik mezelf de afgrond in zakken, maar mijn trotse houding trok me weer terug op de rand.
Jarenlang heb ik zo geleefd: mijn gevoel wegdrukken om afwijzing te vermijden. Want als ik me afgewezen voel, lijkt het alsof ik er niet toe doe, alsof ik onbelangrijk ben. Het voelt zelfs alsof mijn bestaan niet telt. Alsof ik niet tel. Dit is wat we de primaire emotie noemen: de echte pijn die afwijzing teweegbrengt. In plaats van die pijn te voelen, zet ik dan een onverschillige houding op. Ik zeg dan eigenlijk: “Boeien, ik geef er toch niks om.” Dit is de secundaire emotie, een beschermlaag die ik over de primaire pijn leg.
Het herkennen van het patroon
Het probleem is dat je vast kunt blijven zitten in die secundaire emoties. Het is een makkelijke manier om met de situatie om te gaan, maar het patroon herhaalt zich steeds opnieuw. Niet alleen in de Primera, maar ook in mijn relaties, vriendschappen, werk en zelfs in mijn gezin van herkomst. In veel situaties drukte ik mezelf weg, zonder me er altijd van bewust te zijn.
Tegen mijn zoon zeg ik vaak: “Make it count.” Maak jezelf belangrijk, laat jezelf zien. Als je het gevoel hebt niet gezien te worden, zorg dan dat je zichtbaar bent. Erken wat je voelt en leer ermee om te gaan. Het is niet altijd makkelijk, maar het is wel de weg naar echte verbinding met jezelf.
De kracht van afwijzing
Nu raak ik niet meer zo snel van slag in een chaotische rij. Ik maak oogcontact met de kassière en laat zien dat ik er ben. Ik voel me meer aanwezig en minder geneigd om me terug te trekken.
Afwijzing zegt dus niet iets over je waarde, maar het vertelt je wel veel over jezelf. Het is een kans om te groeien, jezelf te begrijpen en de verbinding met je eigen waarde te herstellen. Afwijzing hoeft niet het einde te betekenen; het kan je juist helpen te ontdekken waar je jezelf mag erkennen.
Hoe ga je om met afwijzing? Hier zijn een paar praktische tips om je te helpen:
1. Erken je gevoel: Sta stil bij wat je voelt zonder oordeel. Schrijf bijvoorbeeld op wat er door je heen gaat of ging.
2. Ademhalingsoefeningen: Doe een paar diepe ademhalingen om je lichaam te kalmeren en in het moment te blijven.
3. Herken het patroon: Vraag jezelf af of je reactie voortkomt uit oude pijn of een huidige situatie.
4. Oefen zelfcompassie: Behandel jezelf zoals je een goede vriend(in) zou behandelen.
5. Maak jezelf zichtbaar: Durf je plek in te nemen, zowel letterlijk als figuurlijk. Maak bijvoorbeeld oogcontact of spreek duidelijk uit wat je nodig hebt.
Door bewust met afwijzing om te gaan, kun je het zien als een kans om sterker en authentieker in het leven te staan.