Juni 2017. Het was anderhalf jaar geleden dat ik mijn werk als pedagogisch medewerker had losgelaten na ruim vijftien jaar in de kinderopvang. In die tijd was ik begonnen als content creator voor mijn eigen website (Dit is waarom mensen op Twitter zitten) en begeleidde ik ouders met kinderen die slaapproblemen hadden.
De rol van slaapcoach was eigenlijk per toeval ontstaan, en ik voelde dat ik meer verdieping wilde. Meer weten over het coachvak. Dus besloot ik een opleiding tot kindercoach te volgen.
Alles leek op orde… tot het ging schuiven
Ik dacht dat ik het aardig op orde had; mezelf, mijn verleden, mijn emoties. Maar al in de eerste weken van de opleiding begon er iets te schuiven. Iets ouds. Iets ongrijpbaars.
Terugkijkend kan ik zeggen: mijn innerlijk kind werd gezien. En daarmee ook haar onvervulde behoeften… en haar diepe tekorten.
Waarom ik kinderen wilde helpen
Langzaam begon ik te voelen wat ik had gemist. En waarom ik deed wat ik deed.
Het werken met kinderen gaf me genoegen, maar kostte me ook heel veel energie. Ik voelde me te verantwoordelijk voor hun welzijn en emoties. Want onbewust gaf ik mijn eigen innerlijke kind wat zij nooit had gekregen.
De ouders die in wanhoop bij mij kwamen voor slaapcoaching, leerde ik: blijf bij jezelf.
Niet omdat ik dat uit een boekje wist, maar omdat ik van binnen zélf wist hoe eenzaam het voelt als je ouders het niet weten. Als je er voor je gevoel alleen voor staat.
Het lichaam weet het al
De echte klap kwam toen ik een training volgde over trauma en het zenuwstelsel.
Daar kwam ik de stukken tegen waar ik nooit woorden aan had kunnen geven, simpelweg omdat ik toen nog niet kon praten.
De vroege onrust.
De onveiligheid na de breuk tussen mijn ouders.
Het conflict, de instabiliteit, de verwarring die mijn systeem moest dragen voordat ik begreep wat ‘veiligheid’ überhaupt betekende.
Mijn lijf wist het al die tijd al.
Ik had alleen geleerd ermee te leven.
Door me aan te passen.
Door mijn omgeving te reguleren in plaats van mezelf.
Van buiten leek ik vrolijk, stabiel, sociaal.
Van binnen hield een klein bang meisje haar adem in.
Wat ik nu zie in de mensen met wie ik werk
Dit is wat ik nu zie in de mensen met wie ik werk.
Patronen die al een leven lang (of langer) meereizen.
Pijn die ontstond in een tijd waarin je nog niet kon begrijpen wat er gebeurde.
Waar je overlevingsstrategieën ontwikkelde om jezelf te beschermen — door de schijn op te houden, je aan te passen, of niemand tot last te willen zijn.
En dat kind in jou? Dat werd zelden gehoord.
Misschien zelfs verloochend, omdat je moest voldoen aan de verwachtingen van jezelf en de mensen om je heen.
De perfecte versie van jezelf werd jouw harnas. En je echte zelf raakte verder uit beeld.
Nooit te laat
Maar wie zou je zijn…
– als je niet meer hoeft te pleasen?
– als je niet langer hoeft te overleven?
– als je jezelf mag zijn, vanaf het allereerste begin?
Het is nooit te laat om terug te keren.
Naar wie je was, voordat je leerde wie je moest zijn.
De keten van verwachting kan stoppen bij jou.
Jij bent niet te veel. Jij bent precies goed.
Ben jij er klaar voor?